Webfleet heeft een EV-transitietool ontwikkeld waarmee een wagenparkbeheerder eenvoudig zijn Webfleet-data kan analyseren om te berekenen welke voertuigen nu al geëlektrificeerd kunnen worden en wat daarvoor nodig is aan bijvoorbeeld laadbehoefte. Als alle cijfers van de vele duizenden bestelwagens in Nederland worden geanalyseerd, blijkt dat maar liefst 56,8% nu al met de huidige routes elektrisch kan rijden, omdat ze dagelijks minder kilometers dan de actieradius rijden of omdat er ruim voldoende tijd is om tussendoor op te laden.

‘De tool maakt gebruik van een uitgebreide database voor elektrische voertuigen om voor elk voertuig met brandstofmotor een geschikte elektrische match te vinden’, legt Olthoff uit. ‘De analyse omvat onder meer het onderzoeken of de vraag naar elektrische energie van de historische activiteiten – op basis van het type regio, in de stad of buiten de stad – zou passen in het energieprofiel van de voorgestelde eLCV, terwijl tegelijkertijd het aanbevolen elektrische voertuig aan de operationele eisen voldoet.’

Elektrische tegenhanger

Wanneer de dagelijkse energiebehoefte van het voertuig binnen de grenzen van een elektrische tegenhanger valt, komt het in aanmerking voor een transitie. Met retailbezorgvloten definieert Webfleet alle voertuigen die actief zijn in de detailhandel voor het bezorgen van bijvoorbeeld boodschappen, witgoed en pakketten. Joël Wetterhahn, EV Consultant Benelux bij Webfleet: ‘Zij opereren vaak vanuit een regionale hub waar laadvoorzieningen geplaatst kunnen worden voor bijvoorbeeld overnight charging. Of chauffeurs parkeren het voertuig thuis waar dan een laadpaal in de buurt moet zijn.’

Webfleet heeft de transitietool ontwikkeld om transporteurs ervan bewust te maken wat nu al de mogelijkheden zijn voor elektrificatie, zeker als vanaf januari 2025 de tientallen aangekondigde emissiezones worden ingevoerd in Nederland.

‘De EV-transitietool geeft fleetmanagers inzicht in wat er precies nodig is om nu te elektrificeren en wat dat betekent voor de Total Cost of Ownership. De vervolgstap is overigens niet zomaar wat elektrische voertuigen bestellen; er is ook samenwerking nodig met bijvoorbeeld laadpalen- en energieleveranciers. Je ziet immers ook overal netcongestieproblemen ontstaan. Daarom berekent onze software tot welk percentage een voertuig ‘s nachts opgeladen moet worden om de dagelijkse rit te voltooien.’

De batterijstatus in de ochtend hoeft overigens niet altijd 100% te zijn. ‘We koppelen met zowel de boordcomputer van het voertuig als de planning- en laadpalensoftware, waardoor de beschikbare stroom beter verdeeld kan worden en je alle informatie in één dashboard beschikbaar hebt. Je wilt als fleetmanager namelijk automatisch een melding krijgen als er een probleem is ontstaan met opladen, zonder dat je in allerlei verschillende backends moet inloggen. Anders kom je er pas ‘s ochtends op de zaak achter dat een voertuig die dag niet inzetbaar is vanwege een laadprobleem’, legt Wetterhahn uit.

Rijgedrag

De apparatuur van Webfleet geeft berijders van elektrische voertuigen eveneens advies hoe ze het beste met het voertuig kunnen omgaan. Olthoff: ‘Rijgedrag heeft een significante impact op de actieradius, uit onze data blijkt dat goed rijgedrag tot wel 17% extra actieradius zorgt. Het is belangrijk dat de bestuurder zich daarvan bewust is en hij indien nodig erbij geholpen wordt. Het is immers in het belang van iedereen dat hij het einde van de route haalt. Ook heb je zo als fleetmanager altijd inzicht in de batterijstatus van een voertuig. Die kan immers zelfs op vaste routes variëren, bijvoorbeeld omdat het erg koud is of hard waait op een dag.’

Webfleet biedt de tool kosteloos aan voor gebruikers vanaf het ‘eco-pakket’, vertelt Olthoff. ‘Hiermee maken we de data inzichtelijk zodat transporteurs zonder zorgen de eerste stappen kunnen zetten in hun elektrificatie en weten wat daarvan de financiële consequenties zijn. De tool vereenvoudigt het beslissingsproces voor wagenparkbeheerders. We halen namelijk het giswerk uit de EV-transitie voor onze klanten, op basis van hun eigen historische wagenparkgegevens.’