Bij de aanvaring vrijdag was brand uitgebroken op het andere schip, de ‘Hafnia Nile’, eveneens een tanker. Ook op de ‘Ceres I’ zou brand zijn geweest, maar dat verhinderde het vaartuig niet om weg te varen. Het had na het ongeval zijn trackingapparatuur uitgeschakeld en had zich geassisteerd door twee sleepboten uit de voeten gemaakt.
De ‘Ceres I’, varend onder de vlag van São Tomé and Príncipe, wordt gezien als een schip dat onderdeel is van de zogenoemde ‘schaduwvloot’, een groep schepen die wordt gebruikt om olie te vervoeren voor Iran, Rusland en Venezuela, in strijd met internationale sancties.
‘Geen Iraanse olie’
De vlcc zou worden gemanaged door het bedrijf Shanghai Prosperity Ship Management. Iran heeft na het ongeluk bij Singapore al tegengeworpen dat er geen Iraanse olie aan boord van de betrokken vaartuigen was. De ‘Hafnia Nile’ had in elk geval legale lading aan boord: 300.000 vaten nafta bestemd voor Japan.
De Maleisische kustwacht heeft de ‘Ceres I’ maandagochtend begeleid naar de drijvende olieterminal Bertam bij Maleisië, waar het moet blijven in afwachting van verder onderzoek. Bij de aanvaring vrijdag vielen overigens geen menselijke slachtoffers.